Overslaan en naar de inhoud gaan

Hoe werkt een molen?

Hosted by OSOS , contributed by Cisca de Wit on 13 January 2020

Korte beschrijving

Het project heet CuCo, kort voor: Van Cultuuruitje naar Cultuuronderwijs. In schooljaar 2019-2020 loopt dit project op vier scholen vaan Zaan Primair (stichting voor openbaar primair onderwijs Zaanstad, 26 scholen). Ieder met een eigen onderwerp/thema. Hier is dat “Hoe werkt een molen”.

Bij OBS het Eiland bezoeken alle leerlingen van de school een molen. Dit is een activiteit uit het Cultuurmenu Zaanstreek (www.cultuurmenuzaanstreek.nl), waar alle Zaanse scholen aan meedoen. Het doel van het project is om van deze activiteiten meer te maken dan alleen een uitje, omdat deze activiteiten doorgaans te weinig/onvoldoende ingezet worden als instrument om echt cultuuronderwijs te maken. Daarom worden nu ook alle vak- en vormingsgebieden bij het project  betrokken. In dit geval ook vooral verbonden aan wetenschap & techniekonderwijs.  

Een vakdocent werkt samen met de leerkracht (professionalisering van de leerkracht) aan het thema molens.  Met deze docenten zal rondom elke activiteit een lessenserie van vier worden gemaakt, waarvan de activiteit 1 is, op basis van het creatieve proces van SLO, Stichting Leerplankader, het landelijk kenniscentrum, voor Engels: https://slo.nl/international/) . Dat creatieve proces bestaat uit 4 fasen: oriënteren, onderzoeken, uitvoeren en evalueren. Zie hiervoor verder het stappenplan verderop in dit document. Daarbij natuurlijk aandacht voor de competenties die nodig zijn voor de desbetreffende kunstdisciplines. Hier zijn dat beeldende kunst en erfgoed. Met daarbij het vakgebied wetenschap & technologie. De samenwerking leerkracht- vakdocent gaat om coaching on the job.

Leerdoelen

51. De leerlingen leren gebruik te maken van eenvoudige historische bronnen en ze leren aanduidingen van tijd en tijdsindeling te hanteren.

52. De leerlingen leren over kenmerkende aspecten van de volgende tijdvakken: jagers en boeren; Grieken en Romeinen; monniken en ridders; steden en staten; ontdekkers en hervormers; regenten en vorsten; pruiken en revoluties; burgers en stoommachines; wereldoorlogen en holocaust; televisie en computer.

53. De leerlingen leren over de belangrijke historische personen en gebeurtenissen uit de Nederlandse geschiedenis en kunnen die voorbeeldmatig verbinden met de wereldgeschiedenis.

54. De leerlingen leren beelden, taal, muziek, spel en beweging te gebruiken, om er gevoelens en ervaringen mee uit te drukken en om er mee te communiceren.

55. De leerlingen leren op eigen werk en dat van anderen te reflecteren.

56. De leerlingen verwerven enige kennis over en krijgen waardering voor aspecten van cultureel erfgoed.

  • RRI-PRINCIPES - Responsible Research and Innovation (link: RRI-principes)

De Europese RRI-principes zijn bedoeld om wetenschap en onderzoek op een verantwoorde manier aan te laten sluiten bij onze maatschappelijke waarden:

Vul hieronder in op welke manier jouw project aansluit bij deze maatschappelijke waarden:

 

Bestuur

(Governance)

Directeur van de school is verantwoordelijk voor de directe uitvoering.

St. Zaan Primair is verantwoordelijk voor de financiële kant en de initiële uitvoering (projectplan is oorspronkelijk van het bestuur).

Maatschappelijke Betrokkenheid

(Public Engagement)

We maken kinderen bewust van hun leefomgeving en wie ze zijn in verleden, heden en toekomst. Waar kom je vandaan, waar ga je naar toe. Dit is ook burgerschapsonderwijs.  Wat is het belang van molen en (cultureel) erfgoed, materieel en immaterieel. We houden hiermee het cultureel erfgoed ook in stand.

Gendergelijkheid

(Gender Equality)

De gedachte bestaat dat techniekonderwijs vooral voor jongens is. We willen aantonen dat ook voor meisjes techniek interessant is. Het levert ook bewustwording op bij de leerkrachten.

Wetenschapsonderwijs

(Science Education)

Door projecten als deze willen we zowel leerlingen als leerkrachten bewust laten worden dat wetenschap & techniek overal is.

Ethiek

(Ethics)

Ethiek is de leer van moraliteit. Iedere (ook persoonlijke) beslissing is een morele beslissing.  Moraliteit in essentie is binair goed tegenover slecht, of beter tegenover slechter ten opzichte van je zelf en een ander, waarbij de ander een mens dier, plant of ding kan zijn.

In dit project gaat het ook om omgaan met elkaar; competenties als samenwerken, sociale en culturele vaardigheden. Denk aan: voelt de vakdocent zich welkom? Is er goed contact (goede samenwerking, respectvol)  tussen leerkracht en vakdocent? Zijn de leerlingen respectvol naar de vakdocent toe? Houden de kinderen zich aan de regels in de molen  zijn ze beleefd tegen de molenaar? Dit geldt ook voor de ouders die als begeleider meegaan. Het gaat omgangsnormen als beleefdheid, sociaal vaardig zijn, je aan de regels houden.

Beschikbaarheid van Project en Uitkomsten

(Open Access)

We stellen het project zo op dat het breed inzetbaar is. In principe geschikt voor elk cultureel en W&T onderwerp/thema. Voor meer info:

Annemieke Leusen:  a.leusen@zaanprimair.nl

 
Learning Objectives
Zie beschrijving

Het creatief proces (zie ook de bijlage, de lesbrief)

 

Het plan van opzet volgens het OSOS formulier zijn de stappen: voelen, voorstellen, creëren en delen. Het CuCo project werkt via/met de 4 fasen van het creatief proces: oriënteren, onderzoeken, uitvoeren en evalueren. In grote lijnen komt dit overeen met de stappen van OSOS.

Het creatief proces wordt als volgt omschreven door het SLO:
Binnen een creatief proces doorloopt de leerling een viertal fasen (oriënteren, onderzoeken, uitvoeren en evalueren) die hieronder worden toegelicht.  Deze fasen zijn niet scherp gescheiden, maar lopen in elkaar over en soms door elkaar heen. Centrale vaardigheid binnen deze cyclus is het reflecteren op die verschillende fasen. Deze fasen zijn nodig om tot een nieuwe ontdekking of tot een werk te komen. Ze zijn toepasbaar op ieder mogelijk probleem, idee of thema.

Het creatief proces kent meestal een gezamenlijk startmoment. Vervolgens doorlopen leerlingen dit proces in een verschillend tempo of op een verschillend niveau, passend bij de ontwikkeling van de leerling. Uitgangspunt voor het startmoment van het creatief proces is een thema, idee (van een leerling) of opdracht. De vaardigheid reflecteren is onderdeel van iedere fase van het proces en zorgt ervoor dat de leerling gestimuleerd wordt om na te denken over zijn keuzes, de zeggingskracht van zijn werk of de gebruikte materialen en technieken. De verschillende vakdisciplines van het leergebied kunstzinnige oriëntatie geven ieder op verschillende wijze vorm aan dit creatieve proces.

Bij oriënteren gaat het er om dat de leerling geprikkeld wordt om de opdracht en het thema te verkennen. Hierbij gaat het om waarnemen (zien, horen, voelen, enz.), associëren, fantaseren, beschouwen, en (nieuwe) ideeën opdoen. Er wordt bijvoorbeeld een kunstwerk getoond, muziek geluisterd, een verhaal verteld of een voorstelling bekeken. De reflectie richt zich in deze fase op de ruimte om het thema of de opdracht van alle kanten te bekijken, te beluisteren en te beleven.

Vervolgens onderzoekt  de leerling verschillende mogelijkheden en oplossingen voor de opdracht of de verwerking van het thema. De leerlingen worden gestimuleerd om eigen, verschillende mogelijkheden te bedenken en (alleen of samen met medeleerlingen) keuzes te maken. De reflectie richt zich dan ook op het onder woorden brengen van de verschillende keuzes in deze onderzoeksfase. Ze kunnen desgewenst teruggrijpen naar elementen uit de oriëntatiefase.

Wanneer de leerlingen de fase van onderzoeken hebben doorlopen maken ze gebruik van de  vakspecifieke kennis en vaardigheden die zij nodig hebben voor het uitvoeren van de opdracht. Bij reflectie wordt steeds een relatie gelegd tussen de keuzes in de uitvoeringsfase en de onderzoeksfase. In deze fase wordt feedback gegeven, door de leerkracht, gastdocent of door medeleerlingen, op de uitvoering.

In een volgende fase wordt het product en het doorlopen proces nader beschouwd. Er worden leerpunten geformuleerd die de opstart vormen voor een volgende opdracht en een volgend creatief proces. Dit is de fase van evalueren.